Kerk moet aarden in het alledaagse

‘Kirche in der Mitte der Gesellschaft’ was het thema van een tweedaagse conferentie in april in Berlijn over diaconaat van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD). Vanuit de lutherse Diaconie in Amsterdam was algemeen secretaris Hanne Wilzing aanwezig. We vroegen hem om een impressie te geven.

Voor conferentieoord ‘Schwanenwerder’ staat een dienstauto geparkeerd met het logo van ‘Diakonie’. Een indicatie dat kerk en diaconie in Duitsland zich anders tot elkaar verhouden dan in Nederland. In Amsterdam fietsen predikanten, diakenen en gemeenteleden met hetzelfde vlaggetje met logo van onze lutherse gemeenschap rond (sommigen voeren het zelfs aan hun rollator). In gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland horen kerk en diaconie immers bij elkaar. Ofschoon er zeker ook ‘gemeentediaconaat’ is, staat in Duitsland ‘Diakonie’ vooral voor een groot instituut met eigen instellingen voor jeugdzorg, ouderenzorg etc.

In het recente denken in Duitsland over Diakonie staat het woord ‘Gemeinwesendiakonie’ centraal. Ik vang dat maar even met ‘gemeenschapsdiaconie’. Maar vooral het concept erachter is interessant:
- als kerk je plek op een nieuwe wijze innemen in de ‘sociale ruimte’;
- de gerichtheid op vrede en bloei (‘Bestes’) voor de hele stad (Jeremia 29:7 werd hierbij veelvuldig geciteerd);
- aarding in het alledaagse, niet denken vanuit aanbod, maar vanuit de vraag;
- een zelfbeeld van kerk en diaconie als acteur naast anderen;
- ontmoeting met ‘migranten’-kerken als programma van samenwerking en eigen identiteitsontwikkeling;
- verbinding actie en contemplatie;

In luthers Amsterdam zetten we onlangs ons beleid voor de periode 2011 tot (Lutherjaar) 2017 op een rijtje. We gaven het nieuwe plan de titel ‘We blijven appelboompjes planten’ mee*. Ik vond het verrassend hoeveel wederzijdse herkenning er was met de diaconale makkers in de EKD. Met name wat betreft de gerichtheid op, niet alleen een diaconale kerk, maar een diaconale samenleving.

Een paar ‘pluksels’ uit deze inspirerende beraadsdagen geef ik graag door.

* ’De toekomst van de kerk is terugkeer in de diaconie’. Hier werd de katholieke theoloog Alfred Delp geciteerd. Uiteraard vinden zeker diakenen en diaconaal werkers in ons midden dit zonder meer een mooie one-liner. Maar uitdiepend stelt het misschien meer nog dan aan de kerk, die dan geacht wordt zich naar binnen en naar buiten te ontgrenzen, een kritische vraag aan ons diaconale werk. Zijn we in staat om nieuwe duurzame verbindingen te leggen met mensen en partners in onze steden en samenleving? Met open handen en luisterend?
* ’We doen al ons diaconale werk in onze mooiste ruimten’. Een ervaring van de kerk in stadsdeel Kreuzberg in Berlijn waar men het diaconale opvangwerk niet organiseert in aparte bijgebouwen, maar juist in de historische en dus ook kwetsbare kerkgebouwen. Je bouwt dan de spanning in. Ik herinner me de moeite die het kostte om na een optreden van het daklozentheater in de Oude Lutherse Kerk op het Spui een jointrokende deelnemer van de kansel af te praten.
Overigens had men in Kassel juist de ervaring dat ze met hun oude kerk de diaconale doelgroep niet konden bereiken en kochten ze daar een ‘Kaufhaus’ om daar een ‘Nachbarzentrum’ in te richten.
* ’Wat als de arme niet dankbaar is?’. Andrea Holm van de Vesperkirche in Ravensburg stelde deze vraag toen ze vertelde over de confrontatie tussen de trouwe ‘nette’ kerkgangers en de paradijsvogels die met de diaconale activiteiten de kerk binnen komen. In het diaconale werk blijkt men ook nieuwe Godservaringen op te doen.
* ’Meergeneratiehuizen’. Constatering van behoefte aan nieuwe oude vormen van ‘Nachbarschaft’ en pleidooi voor het opzetten van meergeneratiehuizen en andere ‘Heimat’-plekken.
* ’Wat mis je nu het meest, vroegen we aan migrantenvrouwen. Onze tuin zeiden ze’ vertelde een deelneemster uit Berlijn. Ze startten daar vervolgens ‘Urban Gardening’ en stadslandbouw bij vliegveld Tegel en hebben inmiddels 30 tuintjes. Mooi staaltje van combineren van sociale en ecologische duurzaamheid.
* ’Du bist so stark wie dein Netz’. Met deze reclameleus van Vodafone leidde Martin Horstmann van het Sociaal-Wetenschappelijk Instituut van de EKD zijn gedachten in over de kerk als middel voor ontwikkeling van sociaal kapitaal. Door deze bril zie je veel krachtpunten van de kerk: dekkend en fijnmazig netwerk, mogelijkheden voor ontmoeting met anderen, lage kostendrempel, mogelijkheid om je te engageren, infrastructuur (gebouwen, techniek, geld, organisatie), kans om ‘civic skills’ te ontwikkelen. En over het probleem van veel kerken om vrijwilligers te vinden gesproken. Horstmann onderzocht waarom mensen zich heel vaak nìet engageren en vond daarop als één van de verbluffende antwoorden: omdat ik niet gevraagd werd! Hij signaleerde ook dat we in de kerk vaak hoog grijpen met onze takenpakketten: men moet kunnen besturen, beheren, spreken voor een groep en vergaderen. Cruciale taken als: jassen aannemen bij binnenkomst, begroeten, eten uitdelen en afwassen worden vaak ondergewaardeerd.
* ’Pastorale diaconie en diaconaal pastoraat’ was het pleidooi van Adreas Lob (Katholieke Universiteit Eichstätt). Lob benadrukte het belang ‘etwas zu wollen’ als kerk, een plan en strategie te hebben en te ondernemen en er op uit te gaan: ‘Geht inaus’ hat der meister gesagt und nicht ‘Setzt euch hin und wartet ob einer kommt’.
* ’Vernieuwing van kerk en diaconie gaat over reformatie’ zei Johannes Degen (Instituut voor diaconiewetenschappen Wuppertal). Hij plaatste dat in het kader van de Lutherdecade. Een boeiend gezichtspunt. Zou de Lutherdecade naast vieren en gedenken en de vrolijkheid met een wijntje, ook een programma kunnen zijn van diaconale kerkreformatie? En wat zou dan daarbij onze inbreng kunnen zijn als diakenen en diaconale verbanden?

Viola Kennert uit Neukölln vatte in haar inleiding enkele Bijbelse grondwoorden van het diaconaat samen: barmhartigheid (Luc. 10: 25 e.v.), wederkerigheid (Mt. 25), dienst aan de wereld (Joh. 6:1 e.v.), protest en het recht van de armen (Ps. 146). In het kader van Handelingen (2 en 6) gebruikte ze ook meerdere keren het woord ‘Schwelle’. U kent dit woord wellicht, maar ik kende het niet en miste even de kern. Steeds je aandachtig luisterende buurman storen wil je ook niet, dus ik liet het even als vraagteken hangen. Een mens moet ook tevreden zijn met wat hij wel begrijpt. Later aan tafel liet ik me door een vriendelijke diakoon uitleggen dat dit woord ‘drempel’ betekent. Drempeloverschrijdend diaconaat, over grenzen gaan. In lijn van het tijdens de dagen herhaaldelijk geciteerde ‘Ich und Du’ van Martin Buber. In ontvankelijkheid op zoek naar het geschenk van de ontmoeting met de ander.

Toen ik Schwanenwerder verliet, na uiteraard een aandenken met ons Amsterdamse lutherse logo (met zwaan) te hebben achtergelaten, ontdekte ik tijdens mijn reis met de ‘Eisenbahn’ nog dat ‘Schwelle’ ook voor dwarsligger (biels onder rails) staat. Inderdaad ook een kenmerk van het diaconaat: dwarsliggen. Geaard in het alledaagse, met het oog op de bloei van de stad.

Hanne Wilzing

- Informatie over Gemeinwesendiakonie op www.gemeinwesen-diakonie.de
- De inleidingen van de conferentie staan op de website van de Evangelische Akademie zu Berlin: www.eaberlin.de
- Het beleidsplan ‘We blijven appelboompjes planten’ van de lutherse diaconie Amsterdam staat op www.diaconie.com (menuknop ‘diaconaal kader’). Surf ook even over het logo…
- De titel van het bovengenoemd beleidsplan komt van de aan Luther toegeschreven uitspraak: ‘Als ik wist dat morgen de wereld ten onder ging, zou ik toch vandaag nog mijn appelboompje planten
- ‘Urban Gardening. Über die Rückkehr der Gärten in die Stadt’ van Christa Müller (oekom verlag, München)